Van 3 t/m 25 juli 2021 organiseerde De Vlinderstichting voor de 13e keer de tuinvlindertelling. Dankzij deze telling weet De Vlinderstichting welke vlinders er in de zomer in tuinen rondvliegen. Met die informatie kunnen we vlinders beter helpen en beschermen.

Dit jaar zijn er ruim 10.000 tellingen gedaan. Er werden ongeveer 110.000 vlinders geteld. De telling kwam maar langzaam op gang; de eerste 2 weken van juli waren nat en koel en veel mensen vroegen zich af: waar blijven de vlinders toch? In het voorjaar werden er ook al minder vlinders gezien dan de voorgaande jaren. Maar halverwege juli kwam de omslag: een ware ‘explosie’ van vlinders! Dat leidde tot veel enthousiaste tellers: ”Nog nooit zag ik zoveel vlinders in mijn tuin!”

De atalanta was de onbetwiste winnaar van de tuinvlindertelling in 2021

Totalen

10.000 tellingen gedaan
4100 tuinen geteld (meerdere tellingen per tuin mogelijk)
Meer dan 104.000 vlinders geteld

Aantallen per tuin

Gemiddeld aantal vlinders per telling: 10,5
Gemiddeld aantal soorten per telling: 3,7

De nummer 1 was al heel erg snel duidelijk: de atalanta. Deze relatief grote, oranje met zwarte vlinder was ontzettend talrijk in 2021. Er werden tienduizenden exemplaren gezien en hij was ook in veel tuinen aanwezig: 84 % van de tellers zag 1 of meer atalanta’s. De dagpauwoog eindigde op nummer 2 en werd door 71% van de mensen gezien, het klein koolwitje werd derde.

Veel vlinders – is dat goed nieuws?

De citroenvlinder werd veel geteld

Bomvolle vlinderstruiken, overal gefladder, alles in bloei. Dat beeld domineerde de tweede helft van de tuinvlindertelling. “Dat leidt tot veel positieve geluiden, maar 30 jaar geleden was dit eigenlijk heel normaal”, aldus De Vlinderstichting. De afgelopen 10 jaar was het aantal vlinders verontrustend laag. Met name de droogte van de afgelopen jaren was desastreus. Het koele natte voorjaar van 2021 heeft het tij een beetje doen keren. De rupsen hadden door alle regen veel te eten. En dat zien we in de zomer terug  in de vlinderstand: verschillende soorten zijn na jaren eindelijk weer eens op het niveau van 30 jaar geleden. De citroenvlinder, de atalanta en de dagpauwoog bijvoorbeeld.

“Dat stemt ons positief”, zegt De Vlinderstichting, “al zien we dat vooral de niet-bedreigde vlinders het goed doen. Het is nog niet duidelijk hoe het gaat met de zeldzamere soorten die sterker bedreigd zijn.”

Tuinvlindertelling 2021 – de top 10

Top 10 op basis van aantallen vlinders

  1. atalanta
  2. dagpauwoog
  3. klein koolwitje
  4. citroenvlinder
  5. groot koolwitje
  6. bruin zandoogje
  7. klein geaderd witje
  8. gehakkelde aurelia
  9. distelvlinder
  10. kleine vos

Top 10 op basis van aantal tuinen

  1. atalanta (waargenomen in 84% van alle tuinen)
  2. dagpauwoog (71%)
  3. klein koolwitje (65%)
  4. citroenvlinder (43%)
  5. groot koolwitje (42%)
  6. gehakkelde aurelia (30%)
  7. klein geaderd witje (22%)
  8. distelvlinder (21%)
  9. bruin zandoogje (19%)
  10. kleine vos (17%)

Lichte opleving

De koninginnenpage komt vooral in Zuid-Nederland voor

Dit jaar werden er meer vlinders geteld dan in voorgaande jaren. De hoge aantallen vlinders van de afgelopen week stemden veel mensen positief.  “In vergelijking met de afgelopen jaren klopt dat ook”, zegt De Vlinderstichting. En de algemene tuinvlinders hebben na een aantal barre jaren met veel droogte eindelijk weer een goed jaar.

Maar als we wat langer teruggaan en vergelijken met de periode 2011-2020, zien we helaas een daling. Vlinders gaan langzaam maar zeker achteruit. De Vlinderstichting roept iedereen dan ook op om in de tuin iets te doen voor vlinders. Plant nectarplanten voor vlinders en voedselplanten voor rupsen. Alleen dan kunnen we zorgen dat de daling een halt wordt toegeroepen.

Verschillen per provincie

Vorig jaar waren er grote lokale verschillen; door de droogte waren er in het noorden meer vlinders dan in het zuiden. In 2021 traden deze verschillen niet op. Overal in het land waren vlinders te zien. De koninginnenpage werd zoals gebruikelijk vooral onder de rivieren waargenomen. Deze vlinder is in de zuidelijke provincies altijd talrijker dan in het noorden. De citroenvlinder was in het oosten talrijker dan in het noorden.

Bron: www.devlinderstichting.nl