Vermindering bus en trein kan beperkt blijven, Gelders OV blijft grotendeels in stand

Gelderland kan 87 tot 92% van het regionaal openbaar vervoer in standhouden. Deze beperkte afschaling is onvermijdelijk. De reizigers merken de afschaling vooral aan minder trein/bus in de spits en meer inzet van flexibel vervoer op plaatsen waar weinig reizigersvraag is. Deze aanpak is in lijn met de provinciale mobiliteitsvisie. Uitgangspunt is en blijft een aantrekkelijk en toekomstvast openbaar vervoeraanbod.

 Transitieplannen
De onvermijdelijke afschaling kan beperkt blijven door  de huidige beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk. Voorwaarde bij de beschikbaarheidsvergoeding is dat provincies en vervoerders plannen maken om het openbaar vervoer meer wendbaarder en geschikt te maken voor de toekomst. In de nu opgestelde transitieplannen wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de provincie samen met de vervoerders vanaf het derde kwartaal 2021/begin 2022 dit wil doen. Dit gebeurt door aanpassing van de dienstregeling met behoud van een aantrekkelijk en toekomstvast aanbod van openbaar vervoer; kosten verlagen en inkomsten verhogen. Onder andere door effectiever te werken én campagnes voeren zoals Het OV is oké zodat reizigers terugkeren.

 Concessiegebieden
Voor Gelderland gaat het om de concessies Arnhem-Nijmegen, Valleilijn en Veluwe (als onderdeel van IJssel-Vecht). Voor de concessie Achterhoek-Rivierenland is geen transitieplan opgesteld omdat Arriva als vervoerder geen beschikbaarheidsvergoeding heeft aangevraagd bij het Rijk.

 Transitieplannen basis voor de dienstregeling komende jaren
Het voorzieningenniveau uit de transitieplannen vormt de basis voor de dienstregeling 2022 in de verschillende concessies. Wat de transitieplannen voor de komende jaren precies gaan betekenen voor bepaalde buslijnen of treindiensten in concessies wordt uitgewerkt in de jaarlijkse vervoerplannen van de vervoerders. Het gaat dan om de plannen voor de jaarlijkse aanpassing van de dienstregeling in december.  

 Budget
De totale reguliere subsidiebijdrage voor de Gelderse concessies is ongeveer € 105 miljoen per jaar. Dit bedrag blijft ongewijzigd uitgaande van de voortzetting van de beschikbaarheidsvergoeding door het Rijk na 2021 ter overbrugging van de herstelperiode van COVID-19. Wel ziet de provincie niet alleen de financiële gevolgen van Covid-19 op zich afkomen maar ook andere ontwikkelingen die financiële impact kunnen hebben. De financiële impact op  basis van een negatief herstelscenario en een positiever scenario varieert tussen de circa € 44 en € 2 miljoen voor alle (nood)concessies samen.