Regio – Voor ouderen die langer thuis wonen is vertrouwdheid met de directe omgeving belangrijk om kwaliteit van leven te ervaren. Daar zijn de ouderen zelf en de professionals in de ouderenzorg het over eens. Dit komt er in de praktijk op neer dat er een vertrouwde persoon is die overzicht heeft. Bij veranderingen in de leefsituatie kan deze persoon samen met de oudere de juiste keuzen maken over zorg in de eigen, vertrouwde omgeving. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat met eenkamerbrief over langer thuiswonende ouderen naar de Tweede Kameris gestuurd.
Met het toenemend aantal ouderen wordt nagedacht over duurzame ouderenzorg, waarbij de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plaats wordt gegeven. Het beleid dat is ingezet, is erop gericht dat ouderen langer thuis wonen. Zolang dit goed gaat, willen ouderen zelf ook graag in hun vertrouwde omgeving blijven.
Sociale aspecten belangrijk voor ‘kwaliteit van leven’ van ouderen Ouderen geven aan dat ‘kwaliteit van leven’ voor hen betekent dat ze kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor hen is, zoals het uitoefenen van een hobby, bewegen of het doen van vrijwilligerswerk. Daarnaast zijn aspecten als lichamelijke en geestelijke gezondheid belangrijk, evenals het hebben van sociale contacten. Controle over het eigen leven is voor de ene oudere belangrijker dan voor de andere. Professionals bevestigen dit beeld in grote lijnen.
Oudere zelf en directe omgeving bepalend voor langer thuis wonen Voorwaarden om langer thuis te kunnen wonen zijn volgens ouderen: het hebben van mentale veerkracht, voldoende mobiel zijn en het beschikken over een geschikte woning en over voldoende financiële middelen. Toegankelijke en passende zorg en ondersteuning helpen daarbij. Bij ouderen die langer thuis wonen is vaak een wankel evenwicht tussen gezondheid, psychisch welbevinden en het sociale netwerk. Als er iets gebeurt gaat het vaak niet zozeer om ziekte en geneeskunde maar om zorg, geborgenheid en veiligheid.
Onrust en crisis vaak oorzaak van opname oudere Volgens professionals zijn het niet altijd grote gezondheidsproblemen die ertoe leiden dat een oudere toch wordt opgenomen. Bij kwetsbare ouderen zijn er weinig reserves. Soms is het een opstapeling van veranderingen in de gezondheid en de omgeving, waardoor er onrust ontstaat en niemand meer overzicht heeft.
Samenwerking tussen professionals essentieel Een plan waarin de oudere vertrouwen heeft en dat ervoor zorgt dat iedereen weet wat wordt gedaan en met welk doel, kan de stabiele situatie herstellen. Ook de overdracht uit het ziekenhuis, de beschikbaarheid van zorg en de opvang in eerstelijnsverblijven zijn een punt van aandacht. Wel blijkt uit het onderzoek dat de manieren waarop professionals lokaal samenwerken heel verschillend zijn. De wijkverpleegkundigen kennen de ouderen vaak goed en nemen veranderingen in de situatie snel waar. Huisartsen staan dicht bij de oudere, maar geven aan zich van oudsher meer op ziekte te richten en weinig tijd te hebben om de situatie goed te leren kennen. In praktijken waar POH’s zijn geven zij hier invulling aan door regelmatig contact te hebben met de ouderen en hun situatie in het multidisciplinair overleg te bespreken. Specialisten Ouderengeneeskunde kunnen een belangrijke rol vervullen bij complexe zorgvragen. Het Nivel heeft naar aanleiding van het onderzoek dat het heeft uitgevoerd,Zeven Aanknopingspunten voor Kwaliteit van Levenopgesteld waarin betrokkenen elkaar vinden.
Onderzoek ingezet voor inhoudelijk én beleidsmatig doel Het door het Nivel uitgevoerde onderzoek over de kwaliteit van leven van langer thuiswonende ouderen is op verschillende manieren ingezet: ten eerste inhoudelijk – om de kwaliteit van leven in kaart te brengen – en daarnaast beleidsmatig – om te verkennen welke gegevens uit bestaande databronnen op welke wijze kunnen worden ingezet.
Voor het in kaart brengen van de betekenis van kwaliteit van leven van de langer thuiswonende oudere en de factoren die hierop van invloed zijn, heeft het Nivel in het najaar van 2018 zogenaamde praktijksessies en interviews gehouden met ouderen en hun mantelzorgers, wijkverpleging, huisartsen, POH’s en specialisten ouderengeneeskunde. In vier focusgroepen en tien interviews kwamen in totaal zevenendertig mensen aan het woord. De uitkomsten van elk van de groepen zijn afzonderlijk geanalyseerd en gebundeld in een rapport. Dit onderzoek is uitgevoerd met subsidie van het ministerie van VWS voor het vooronderzoek ‘Langer thuiswonende ouderen’ in het kader van de pilot ‘Lerend evalueren’.