Regio Arnhem Nijmegen maakt ruimte voor economische groei
Arnhem – Gedeputeerde Staten hebben vandaag het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) van de regio Arnhem Nijmegen vastgesteld.
Hierin worden afspraken gemaakt om het aanbod aan bedrijventerreinen, perifere detailhandel en kantoren in de regio beter te laten aansluiten op de vraag uit de markt. Het (over)aanbod aan bedrijventerreinen in de regio wordt met bijna 150 ha teruggebracht om ruimte te maken voor verdere economische groei in de regio. Gedeputeerde Michiel Scheffer: ‘We willen ruimte geven aan nieuwe ontwikkelingen, maar daarvoor moet het overaanbod aan werklocaties in de regio omlaag. Dat vraagt om scherpe keuzes, die gemeenten samen moeten maken. Dat doet soms pijn, maar het geeft de regio de ruimte die nodig is om zich economisch door te kunnen ontwikkelen.’
Vraag en aanbod in evenwicht Het Regionaal Programma Werklocaties moet vraag en aanbod in Arnhem Nijmegen weer in evenwicht brengen. Voor bedrijventerreinen alleen is er al een overaanbod van bijna 150 ha waar op afzienbare termijn geen vraag naar is. Zolang er in de regio voldoende aanbod is mag er in principe niets nieuws ontwikkeld worden. Kansrijke initiatieven kunnen hierdoor niet tot ontwikkeling komen. Door terreinen waar geen vraag naar is uit de markt te halen maakt de regio weer ruimte voor economische groei.
Juiste bedrijf op de juiste plek
De regio wil nieuwe kansrijke ontwikkelingen weer een plek kunnen geven. Daarvoor wil zij goede locaties kunnen aanbieden die aansluiten bij de vraag van bedrijven. Gedeputeerde Staten delen deze ambitie en zij waarderen de keuzes die in het RPW zijn gemaakt. Afgesproken is dat gemeenten tot 1 januari 2021 gewoon terreinen kunnen uitgeven. Jaarlijks worden de economische ontwikkelingen in de regio gemonitord zodat hierop kan worden ingespeeld wanneer de nodig is. Op 1 januari 2021 moeten de bestemmingen er daadwerkelijk af zijn.
Ruime meerderheid gemeenten
Voor vaststelling van het RPW moet een meerderheid van de gemeenten in de regio instemmen met de plannen. Van de 18 gemeenten hebben er 13 ingestemd met de gemaakte afspraken. De Liemerse gemeenteraden van Zevenaar, Montferland, Duiven, Westervoort en Rijnwaarden hebben tegen het RPW gestemd.
Verdere procedure en inspraak De af te boeken locaties worden de komende maanden ruimtelijk uitgewerkt waarmee de exacte gevolgen voor de grondeigenaren in kaart worden gebracht. In december 2018 start voor het RPW een inspraakprocedure voor alle belanghebbenden. In deze periode van inspraak kunnen zienswijzen tegen het RPW worden ingediend. Gedeputeerde Staten stellen uiterlijk op 1 juli 2019 het definitieve RPW vast. Voor 1 januari 2021 moeten de aangewezen kavels zijn afgeboekt door de gemeenten.